Twee jonge vrouwen wandelen op straat. Op de pull van één van de meisjes staat er Molenbeek Rebels geschreven. De twee vrouwen zitten naast elkaar op een speelplaats.
Meisje 1 zegt: Ik ben Anaïs.
Meisje 2 zegt: Ik ben Laura.
Anaïs vult aan: En wij zijn van de Molenbeek Rebels. De Molenbeek Rebels is een basketbalclub voor meisjes en door meisjes opgericht. We hopen binnen onze club, samen met de meisjes die hier zijn, te tonen dat meisjes ook kunnen basketten, dat meisjes ook kunnen doorgroeien in het basketbalsysteem, ze niet enkel spelers hoeven te zijn, maar dus ook kunnen coachen, scheidsrechters kunnen zijn en ook samen aan het beheer van de club kunnen werken, want waar we nu staan, is ook samen met en door de meisjes bepaald.
Sfeerbeelden van Anaïs en Laura die samen aan het basketballen zijn op de speelplaats.
Laura zegt: We willen meisjes empoweren en iedereen in de club heeft verantwoordelijkheden en zo kunnen ze hun skills verder ontwikkelen.
Anaïs zegt: Representatie is voor ons belangrijk, voor de meisjes belangrijk. We hopen, door ons ding te doen, door zelf het traject te doorlopen binnen de club, dat we ook een voorbeeld zijn voor de jongere meisjes en generaties.
Sfeerbeeld van Anaïs en Laura die wandelen in het park.
Laura zegt: Ik merk dat er nog veel vooroordelen zijn in het basketbal. Ikzelf voel dat ik meer gestraft word, omdat ik Afrikaanse roots heb, vergeleken met mijn medespeelsters die geen Afrikaanse roots hebben.
Anaïs is voor veel meisjes echt een groot voorbeeld. Ze is al afgestudeerd, ze werkt. Ze speelde, ze is coach. Ze is eigenlijk het voorbeeld dat het allemaal tegelijkertijd ook gewoon kan.
Anaïs sluit af: In het algemeen is het niet zo simpel om een Rebel te zijn en ook een voorbeeld binnen de club. Het is hard werken, maar het feit dat het werk dat we doen, toch tot iets leidt, dat brengt veel voldoening.